Wat is diabetes
Diabetes is een duur woord voor suikerziekte. De mens heeft suiker nodig om te kunnen functioneren. Suiker levert het lichaam energie. We halen die suikers uit koolhydraten. Koolhydraten zitten in ons voedsel. Vooral in granen, groenten, fruit, aardappelen en brood.
De suiker wordt via ons bloed door ons lichaam getransporteerd. Een stof die insuline heet (dat is een hormoon) zorgt ervoor dat de suiker uit het bloed in onze cellen terecht komt. Mensen met diabetes hebben te weinig of geen insuline. Negentig procent heeft te weinig insuline. Dan hebben ze diabetes type 2. De andere tien procent heeft geen insuline. Dat is diabetes type 1.
Diabetes Type 1
Als je diabetes type 1 krijgt kan je lichaam geen insuline meer aan maken, hierdoor kunnen de suikers die in je eten en drankjes zitten niet door je lichaam worden opgenomen. Mensen met diabetes type 1 moeten elke dag het suikergehalte in hun bloed meten en insuline in hun lichaam pompen. Voor diabetes type 1 heb je aanleg. Het is ook niet te voorkomen. Feitelijk maakt het lichaam zelf het hormoon insuline kapot. Deze vorm van diabetes komt op alle leeftijden voor, maar meestal ontstaat het al op jonge leeftijd. Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte.
Diabetes type 2
Bij iemand die diabetes type 2 heeft komt er, omdat de insuline niet goed werkt, te veel suiker in het bloed. Dat is gevaarlijk. De overtollige suiker wordt bovendien in het lichaamsvet opgenomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen die aanleg voor diabetes type 2 hebben, de ziekte krijgen als ze te veel suiker binnen krijgen. Vooral suikerhoudende frisdranken zijn erg schadelijk. Diabetes type 2 krijgt 1 op de 3 Nederlanders, beweren medici. Mensen die voor hun lengte veel te zwaar zijn lopen een extra risico. Omdat steeds meer kinderen te dik zijn, komt deze vorm van diabetes nu ook vaker voor op jongere leeftijd.