Uit eerdere onderzoeken was het al naar voren gekomen: Nederlanders worden dikker. Nu is wat overgewicht niet erg, maar het aantal volwassen Nederlanders dat lijdt aan morbide obesitas, een ernstige vorm van zwaarlijvigheid, is opgelopen tot boven de 100.000. In totaal heeft 14 procent enige vorm van obesitas. Dat is ruim 2,5 keer meer dan begin jaren tachtig, blijkt uit onderzoek van het CBS en het RIVM. Europees gezien doet Nederland het overigens nog niet zo slecht als het gaat om levensbedreigend overgewicht. De Duitsers en de Engelsen zijn gemiddeld veel dikker.
Maar dat artsen ook in Nederland hierover al jaren aan de bel trekken, heeft ermee te maken dat mensen met morbide obesitas een grote wissel trekken op de kosten van de volksgezondheid. Ze hebben klachten gerelateerd aan hart- en bloedvaten en meestal ernstige diabetes. Daarnaast zoeken ze om te genezen van hun ziekte vaak hun toevlucht tot maagverkleining, hoewel dat in menig geval uiteindelijk niet leidt tot permanente verbetering.
Er moet worden gewaakt voor te makkelijke beschuldigingen over te veel eten en te weinig bewegen. In sommige gevallen wordt ernstig overgewicht veroorzaakt door genetische factoren, hormonale verstoringen of medicijngebruik.
Maar er zit ook een sociale component aan overgewicht. Mensen die minder geld hebben te besteden eten vaak goedkoper en ongezonder voedsel en hebben ook niet altijd de middelen om bijvoorbeeld een sportschool te bezoeken. Daarnaast hebben ze niet een levenspatroon waarin het gewoon is in de vrije tijd te wandelen of te fietsen. Het is uit kostenoverwegingen bovendien soms beter om eten uit de snackbar te halen dan zelf gezond te koken.
Mensen die minder geld hebben te besteden eten vaak goedkoper en ongezonder voedsel
De kwestie is of de overheid kan worden gevraagd in te grijpen door bijvoorbeeld het invoeren van een vet- en suikertaks, zodat zeer ongezond voedsel duurder wordt. Zo nu en dan wordt dit geopperd door artsen en de politiek. Dit wordt dan steevast bestreden met het argument van ‘ongewenste staatsbetutteling’. Maar als dat wel mag gelden voor bijvoorbeeld roken, dan is er geen principieel onderscheid als het gaat om ongezonde voeding.
Misschien is het beter dat producenten worden gestimuleerd gezonder voedsel op de markt te brengen. Maar hoe kan dat worden gerealiseerd? Zolang er vraag is naar ongezond voedsel zal dat worden gemaakt. Reclameslogans als ‘nu met minder vet’ vertellen niets over de toegenomen suiker- en zetmeelhoeveelheid in datzelfde product om het zijn aantrekkelijke smaak te laten behouden. En allerlei gezondheidsvignetten op producten zijn vaak weinig- tot nietszeggend.
Obesitas is een groot maatschappelijk probleem dat op de politieke agenda moet komen en waarin de adviezen uit de zorgsector en consumentenorganisaties zwaar moeten wegen.
(Bron: Friesch Dagblad)