Een medische aandoening zoals diabetes vormt in principe geen belemmering om u in het verkeer te begeven. Rekening houdend met uw behandeling en uw gezondheidstoestand kan er wel een impact zijn op uw rijvaardigheid.
Wat moet u doen voor u de weg opgaat?
1. Neemt u bloedsuikerverlagende medicatie met verhoogd risico op een hypo, dan moet u altijd snelle suikers (bv. cola, druivensuiker) binnen handbereik hebben in het voertuig dat u bestuurt. Zorg dat u ook altijd iets van trage suikers in de auto hebt liggen (bv. vezelrijke koek),
2. Voorzie voldoende snacks zoals fruit, koekjes of een extra boterham in uw auto. Als u een onverwacht oponthoud (bv. file) hebt, kunt u zo een eventuele hypo voorkomen,
3. U mag enkel een voertuig besturen met een veilige bloedsuikerwaarde van 90 mg/dl of hoger. Bespreek met uw behandelend arts wat uw grenswaarde is,
4. U dient altijd een meettoestel bij u te hebben in het voertuig. Bespreek met uw behandelend arts hoe frequent en in welke omstandigheden u moet meten. Er wordt aangeraden om alle waarden te noteren in een dagboekje, zodat dit op een later tijdstip aan de behandelend arts kan worden voorgelegd,
5. Maaltijden en snacks worden het best op tijd ingenomen. Na een insuline-injectie of inname van bloedsuiker-verlagende pilletjes moet u eerst eten vooraleer u achter het stuur plaatsneemt,
6. Vermijd alcohol als u nog met de auto moet rijden. Alcohol kan tot enkele uren na consumptie een daling in de bloedsuikerwaarden veroorzaken, zeker als u er niets bij hebt gegeten. Bovendien vermindert alcohol uw rijvaardigheid en uw vermogen om een hypo aan te voelen.
Wat moet u doen tijdens een autorit?
1. Neem voldoende pauzes als u een lange rit voor de boeg hebt. Hoe langer de rit duurt, hoe meer kans u namelijk hebt op een hypo. Probeer om de twee uur een nieuwe bloedglucosemeting te doen. Dit omdat een lange rit zeer veel concentratie vraagt, wat een groot effect kan hebben op de bloedsuikerwaarden,
2. Bij extra fysieke activiteiten/inspanningen onderweg, zoals laden en lossen of een lekke band vervangen, kunnen de bloedsuikerwaarden sneller dalen dan verwacht. In dat geval is extra meten (en eten) zeker aanbevolen,
3. Als er zich een hypo voordoet, ga dan zo snel mogelijk aan de kant staan en neem snelle suikers in. Vertrek pas terug wanneer uw bloedsuikerwaarden goed (= 90 mg/dl) staan. Uw hersenen hebben minimum 30 minuten nodig vooraleer ze terug perfect werken. Gedurende die tijd mag u dus zeker geen voertuig besturen,
4. Krijgt u een hypo, meet dan uw bloedsuikerwaarden met uw bloedglucosemeter of uitleestoestel. Ligt de waarde lager dan 60-70 mg/dl, neem dan 10-15 g snelwerkende suikers. Na 10 minuten meet u opnieuw uw bloedsuikerwaarde. Staat u nog steeds te laag, dan herhaalt u de inname van snelwerkende suikers. Zijn de symptomen verdwenen, dan consumeert u het best de geplande maaltijd indien u een hypo had vlak voor de maaltijd. Krijgt u een hypo tussen twee maaltijden, neem dan wat extra trage koolhydraten (bv. boterham, vezelrijke koek, fruit) in om uw reserves aan te vullen.
(Bron: Gezondheid.be)